Home

Algemeen

Inleiding
Jaarlijks houden we de financiële kaders tegen het licht in de Kadernota. Dit zijn kaders voor het omgaan met de baten en lasten van onze Portemonnee. Deze financiële kaders zijn leidend voor de gehele budgetcyclus. Deze kaders zijn de basis voor het openstellen van de Begroting 2022 en de Meerjarenraming 2023-2026.

Indien het voorstel is om van een kader af te wijken, dan wordt dit een expliciet beslispunt van het raadsvoorstel in de Begroting, Kadernota of Bestuursrapportage.

Financieel toezicht Provincie Drenthe
Onze financieel toezichthouder, de provincie Drenthe, beoordeelt voor aanvang van het begrotingsjaar of voor onze gemeente repressief of preventief toezicht geldt. De provincie Drenthe heeft besloten om onze gemeente onder
repressief begrotingstoezicht voor 2021 te plaatsen.

De overwegingen van dit besluit zijn:

  1. De Begroting 2021 en Jaarrekening 2019 zijn tijdig toegestuurd.
  2. De Begroting 2021 is structureel en reëel in evenwicht.     

De provincie heeft in de brief van 15 december 2020 verslag over het onderzoek uitgebracht en heeft enkele aandachtspunten voor de Begroting 2022. Deze brief is in de overleggroep financiën besproken en is aan de raad middels de lijst ingekomen stukken voor kennisgeving aangeboden.

De in de brief genoemde aandachtspunten zijn beperkt en betreffen:

- Onderhoud kapitaalgoederen:
Uit de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen blijkt dat een aantal beheerplannen verouderd zijn. Door middel van de beleidsnota Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) worden de beheerplannen geactualiseerd en geeft de raad duidelijkheid over het kwaliteitsniveau en de daaruit voortvloeiende financiële middelen.

- Corona:
De financiële gevolgen van de coronacrisis zijn de komende jaren erg onzeker. In de jaarrekening 2020 wordt een afzonderlijke paragraaf corona gemaakt en in deze paragraaf worden de hogere lasten en derving van de inkomsten in beeld gebracht.  

Toelichting kaders

In bijlage 1 is een overzicht van de huidige financiële kaders opgenomen. In dit hoofdstuk lichten wij enkele kaders ter verheldering toe. Enkele kaders willen wij herijken en ook deze lichten wij toe. Wij hanteren daarbij dezelfde nummering van de kaders, zoals ook in de bijlage opgenomen.

Wij stellen voor om in te stemmen met deze herijkte kaders.

1. Saldo Begroting (knop 1).

Uit bijlage 1 blijken de kaders:
a. structureel sluitende begroting;
b. knop 1 (saldo begroting) en knop 4 (bezuinigingen) inzetten om structurele risico’s op te kunnen vangen en structureel nieuw beleid te financieren.

a. Onze toezichthouder, de Provincie Drenthe, beoordeelt of de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Belangrijk daarbij is dat de kaders, de uitgangspunten en de schattingen realistisch voor de begroting en meerjarenraming zijn.

b. knop 1 is, naast het opvangen van structurele risico’s, ook beschikbaar om structureel nieuw beleid te financieren.

In de begrotingsvergadering van 5 november 2020 zijn vragen over de financiële ruimte voor toekomstige investeringen gesteld en werd de suggestie gedaan om een zogenaamd Meerjarenplan (10 jaar) op te stellen. In de overleggroep van 8 februari 2021 is een eerste aanzet van het Meerjarenplan (10 jaar) besproken.

In de begroting 2021 zien we in een afzonderlijke bijlage onze meerjarenraming tot en met 2025. Bij ongewijzigd beleid loopt dit door naar 2030 en dit is dan ook ons Meerjarenplan voor de komende 10 jaar.

Om de vraag te beantwoorden hoeveel ruimte er is voor structureel nieuw beleid, is inzicht in de financiële kaders nodig: opbrengsten worden geïndexeerd en lasten (o.a. bedrijfsvoering en gemeenschappelijke regelingen) worden gedeeltelijk geïndexeerd. Dit betekent in theorie structurele ruimte voor nieuw beleid. De dagelijkse praktijk is weerbarstig en de financiële ruimte voor nieuw beleid is mede afhankelijk van Herziening gemeentefonds, tekorten op het Sociale Domein, tekorten van gemeenschappelijke regelingen en corona.

Het is een denkrichting (dit is geen kader) om jaarlijks ongeveer € 100.000 tot
€ 150.000 financiële ruimte voor structureel nieuw beleid te creëren. Dan is het mogelijk om jaarlijks één grote investering te doen. Indien door de weerbarstige, dagelijkse praktijk en de bovengenoemde voorbeelden de financiële ruimte er niet is, dan zijn de volgende scenario’s mogelijk:
- belastingen extra verhogen (knop 3);
- bezuinigingen (knop 4);
- minder nieuw beleid (structureel).

Onze huidige systematiek is dat we geen reserveringen doen voor grote vervangingsinvesteringen en /of renovaties. Dit is tot nu toe een bewuste keuze, namelijk indien deze vervangingsinvesteringen en/of renovaties actueel zijn, maken deze integraal onderdeel uit van de afweging van alle beleidswensen in de begroting.

In de overleggroep financiën van 12 april 2021 is gevraagd om met scenario's te komen hoe om te gaan met grote vervangingsinvesteringen en/of renovaties. Hoe gaan andere gemeenten hiermee om? Afgesproken is dat we in overleggroep financiën scenario's verkennen en in de Begroting 2022 komen we hierop terug.

Het is onze intentie om in de toekomst een meerjareninvesteringsplan samen te stellen. Onze inschatting is, als wij dit allemaal willen, dat er investeringen van tientallen miljoenen euro's nodig zijn. We willen voor de begroting 2022 een eerste aanzet in beeld brengen. Het is onze suggestie dat dit meerjareninvesteringsplan als hulpmiddel kan dienen voor de verkiezingsprogramma's van de gemeenteraad van 2022 en uiteindelijk het nieuwe bestuursprogramma 2022-2026.

Het is ons volstrekt duidelijk dat de middelen beperkt zijn en dat er keuzes zullen moeten worden gemaakt. Hiervoor is visie nodig. Graag nodigen wij u uit om samen met ons de komende jaren hier vorm aan te geven.

In de begroting 2022 gaan we u over het proces en de inhoud (voor zover op dat moment bekend) nader informeren.

Deze kadernota sorteert voor op de Begroting 2022. In verband met het afronden van het bestuursprogramma 2018-2022 en in afwachting op de meerjareninvesteringsplan, adviseren wij om terughoudend met nieuw beleid te zijn.  

2. Beleidsintensivering (knop 2)
Uit bijlage 1 blijkt dat voor incidentele bestedingsvoorstellen een bedrag van € 250.000 beschikbaar is. Dit is een minimum bedrag voor toekenning van nieuw beleid bij de begroting en Bestuursrapportage I

Uit raadsvergaderingen bleek dat de interpretatie van het bovenstaande niet altijd duidelijk was. Om duidelijkheid hierover te krijgen zijn in de overleggroep financiën van  23 november 2020 een viertal scenario’s voorgelegd. De overleggroep geeft de voorkeur aan één scenario (namelijk scenario 2). Dit houdt in dat de eindstand van knop 2 van de Kadernota en de begroting minimaal € 250.000 is. Op die manier is er als de begroting en de Bestuursrapportage I worden opgesteld € 250.000 beschikbaar voor nieuw beleid. Dit betekent ook dat na de Bestuursrapportage  I er geen € 250.000 beschikbaar is voor nieuw beleid voor Bestuursrapportage  II.  

5. Gemeentefonds

In de Bestuursrapportage 2021-I is het Gemeentefonds voor 2021 geactualiseerd. Behalve de coronasteunpakketten is er weinig veranderd. Dit komt mede doordat het accres voor 2021 is bevroren.

Voor 2022 en daarna is het nog afwachten wat er met het accres gaat gebeuren. De meerjarenraming is niet bijgesteld ten opzichte van de begroting 2021. Dit gaat misschien wel gebeuren in de Meicirculaire 2021, maar deze is tijdens het opstellen van deze kadernota nog niet bekend. Halverwege juni informeren we uw raad over de uitkomsten van de Meicirculaire, zodat u de uitkomsten kunt betrekken bij de besluitvorming over de financiële stukken in de raad van eind juni.

Voor wat betreft de Herziening Gemeentefonds zij er weinig nieuwe ontwikkelingen te
melden. De adviesvraag ligt nog steeds voor aan de Raad voor Openbaar Bestuur (ROB)
die vervolgvragen heeft gesteld en meer tijd heeft gevraagd. We houden u periodiek op
de hoogte via de overleggroep financiën.

9. Bedrijfsvoering

Afspraak raad

Wij hebben met uw raad een zogenaamde volumeafspraak. Deze afspraak houdt in dat de budgetten voor personele kosten jaarlijks met 3% geïndexeerd worden.

Deze indexering wordt ingezet voor:

  • Cao-ontwikkelingen;
  • Premies en sociale lasten;
  • Organisatieontwikkelingen.

Deze afspraak geldt niet voor nieuwe taken.

Cao gemeenten
De huidige Cao loopt van 1 januari 2019 tot 1 januari 2021. Het overleg voor een nieuwe CAO is opgeschort en we gaan er vanuit dat de financiële consequenties van de nieuwe Cao passen binnen de afspraken met uw raad.

10. Gemeenschappelijke regelingen

Bij het opstellen van deze Kadernota 2022 hebben we de begrotingen 2022 en meerjarenramingen 2023-2025 van de zeven gemeenschappelijke regelingen (GR’en) gecontroleerd en geïnventariseerd in hoeverre de gevraagde bijdrage voor de komende jaren in onze begroting is opgenomen. De verschillen tussen onze raming en de ramingen in de begroting van de GR brengen we ten laste van het begrotingssaldo. In onderstaande tabel is een positief verschil een voordeel en een negatief verschil een nadeel voor de meerjarenraming van knop 1 saldo begroting.

Omschrijving

2022

2023

2024

2025

Wijziging GR’en op saldo

-90.130

-74.188

-22.113

47.740

14. Onroerende zaakbelasting

In deze Kadernota 2022 doen wij geen voorstel ten aanzien van het OZB-tarief 2022. Dit doen wij bij de begroting. Voor de begroting 2022 en meerjarenraming zijn we van een OZB verhoging van 1,75% uitgegaan. Dit percentage is conform het financieel kader.

15. Toeristenbelasting
Het recreatieschap Drenthe heeft dit voorjaar een advies voor het tarief van de toeristenbelasting voor de komende jaren uitgebracht. Het voorstel van het recreatieschap is om tarieven te differentiëren: campings en groepsaccommodaties
betalen € 1,10 per overnachting en hotels/ BenB/vakantieparken betalen €1,50 per overnachting.

In de opiniërende raadsvergadering van 29 april 2021 is het advies aan u voorgelegd en hebben we u ook enkele varianten voorgelegd.

We stellen voor om voor 2022 de volgende tarieven toeristenbelasting vast te stellen
- Groepsaccommodaties € 0,50 per overnachting;
- Campings € 1,10 per overnachting;
- Hotels/BenB/bungalowparken etc. € 1,50.

Uit het financieel kader (bijlage 1) blijkt dat de tarieven forensenbelasting zijn gekoppeld aan de tarieven toeristenbelasting. Conform het financieel kader wordt voorgesteld om de tarieven forensenbelasting met hetzelfde percentage te laten stijgen als voor de hotels/BenB/bungalowparken, te weten 20%.

Het is onze intentie u deze tarieven ook voor het jaar 2023 voor te stellen. Dit in verband met de verkiezingen (maart 2022) en een bestuurswisseling. In de Kadernota 2023 gaan we dan deze tarieven voor 2023 aan u ter besluitvorming voorleggen.

In een afzonderlijke bijlage geven we u aan de hand van een memo nadere achtergrond informatie.

Deze pagina is gebouwd op 07/19/2021 17:18:49 met de export van 07/19/2021 17:07:38